Tijdens de oudejaarsborrel van de SP (waar ik gisteren over schreef) bereed Wim Stolk ook nog een ander stokpaardje.
Het door hem veronderstelde verband tussen de parkeerplaatsen voor het ZZM op het REZ en de problematische verhouding tussen gemeente en provincie. Zijn vermoeden bestaat er uit dat, omdat de gemeente weigert parkeerruimte beschikbaar te stellen aan het ZZM, niet met name genoemde “vrienden” van het ZZM bij de provincie, de verdere ontwikkeling van het recreatieoord beletten.
Hij heeft het in dat verband over duistere krachten die, in zijn opvatting, een bedreiging vormen voor de lokale democratie.
Laat ik daar voor de verandering eens wat feiten tegenover stellen.
In mei 2015 adviseert de provinciale adviescommissie ruimtelijke ordening (ARO) de gemeente om eerst een bestemmingsplan vast te stellen alvorens men (met private ondernemingen) zou gaan onderhandelen over het invullen van de ruimte in het plangebied.
Het toenmalige college, onder leiding van Baas en tot stand gekomen op initiatief van de SP, negeert dat advies, maar besloot in februari 2016 in zee te gaan met P. Tuin C.S. over de ruimtelijke invulling van het plangebied.
Eind 2018 bereikt een nieuw college (onder leiding van een tijdelijk burgemeester) met P. Tuin C.S. overeenstemming over de ruimtelijke invulling van het plangebied, hetgeen werd vastgelegd in een anterieure overeenkomt.
Op basis van die overeenkomst werd er een bestemmingsplan ontworpen dat, zonder verder overleg met de provincie “in procedure” werd gebracht. Waardoor er voor de provincie weinig anders overbleef, dan haar opvatting over de ruimtelijke indeling, met behulp van een “zienswijze”, onder de aandacht van de gemeente te brengen.
Als college en raad vervolgens de in die zienswijze opgesomde bezwaren maar voor een deel serieus blijken te nemen, blijft er uiteindelijk voor de provincie weinig anders over dan gebruik te maken van het haar ter beschikking staande paardenmiddel.
De reactieve aanwijzing.
Naar ik heb begrepen is een dergelijke ingreep vrij uniek voor Noord-Holland, maar in plaats van zichzelf af te vragen wat men verkeerd gedaan heeft, trekt vrijwel de voltallige raad (met instemming van het college) ten strijde tegen de provincie. Door te dreigen om (met behulp van juridische stappen) het besluit van de provincie ongedaan te maken.
In de loop van dit proces heeft de SP (en daarin tot voor kort gesteund door de voltallige raad) niet alleen de integriteit van de ZZM directie in twijfel getrokken, maar ook die van de voormalige CvdK, de door hem benoemde adviseur en de PARK. (Provinciaal Adviseur Ruimtelijke Kwaliteit)
Daarenboven laat de architect van het hedendaagse Enkhuizer bestuursmodel, (het raadsbrede akkoord, waarin geen plaats is voor oppositie) de VVD fractievoorzitter Van Reijswoud, zich op uiterst laatdunkende wijze uit over de culturele betekenis van het ZZM.
Zodat je (diplomatiek uitgedrukt) zou kunnen zeggen, dat het Enkhuizer bestuur (bij talloze gelegenheden) uiterst “onhandig” heeft geopereerd.
Maar ik mis de ambitie om me diplomatiek uit te drukken en spreek daarom liever van “onbekwaam” i.p.v. onhandig.
Door diverse college’s van Enkhuizen zijn er een reeks van ernstige beoordelingsfouten gemaakt, die verstrekkende financiële gevolgen zullen hebben voor de gemeente.
Mogelijk gemaakt door een gemakzuchtige en zich afzijdig houdende raad.
Maar in plaats van dat het college en de raad de reden voor hun falen onder ogen zien en wijten aan de eigen onbekwaamheid, zoekt men de schuld bij anderen. Bijvoorbeeld door het blijven verkondigen van een duistere samenzwering tussen provincie en ZZM.
Zonder verder bewijs en gebaseerd op verdachtmakingen van personen en instanties.
Wil er ooit nog iets terechtkomen van de herinrichting van het REZ, dan zal er een ruimtelijke indeling overeen moeten worden gekomen, die aanvaardbaar is voor de provincie, maar ook voor de andere belanghebbenden bij het gebied.
God zij dank hebben college en raad zichzelf van die taak verschoond en ligt het initiatief voor die nieuwe overeenkomst (over de ruimtelijke indeling) inmiddels bij de toekomstig eigenaar van het gebied (Orez) en niet langer bij de voormalige eigenaar (de gemeente).
Er is dus nog steeds hoop, dat de herinrichting van het gebied tot een goed einde kan worden gebracht. Mits de nieuwe eigenaar er van overtuigd kan worden genoegen te nemen met een minder massale invulling van het gebied.
Het is een kinderlijke gedachtegang van een politieke partij, die het kennelijk beter vind, om zielig gevonden te worden, door de suggestie te wekken dat de provincie en zzm de oorzaak zijn van debacle REZ.
Het is te hopen (..en te verwachten), dat zzm en provincie geen gerechtelijke stappen zullen ondernemen op dergelijke smadelijke uitspraken.
LikeLike
Ik denk inderdaad niet dat ze daar geld aan zullen uitgeven.
LikeLike