In dit land heeft iedereen, die werk verricht voor een ander, recht op betaling (voor dat werk) door die ander.
Wie meent dat dit recht (vanwege bijzondere omstandigheden) niet op hem/haar van toepassing is, kan zich tot de rechter wenden. Met het verzoek om ontslagen te worden van die betalingsverplichting.
Behalve raadsleden in Enkhuizen. Die beschikken over zoveel eigendunk, dat ze denken zelf te mogen uitmaken, wie ze wel en wie ze niet betalen.
En dus weigerde men tot tweemaal toe een krediet waarmee een aannemer (die naar tevredenheid werk had verricht voor de gemeente) kon worden betaald. Omdat de aannemer niet kon aantonen, dat hij over een door de gemeente verstrekte opdracht voor de werkzaamheden beschikte.
De gemeente erkende, dat het werk noodzakelijk was, maar had naar de aannemer toe voorgewend, dat ze geen opdracht kon geven zolang door de raad (voor dat werk) geen krediet beschikbaar was gesteld.
Waarop de aannemer besloot het werk (op basis van de toezegging dat de gemeente om een krediet zou vragen) toch uit te voeren. Te meer, daar uitstel extra kosten (in de orde van grootte van € 50.000,-) zou opleveren.
Maar als hierboven gezegd, de raad van Enkhuizen achtte zichzelf bekwaam genoeg om te beoordelen wie wel en niet betaald hoefde te worden en weigerde tot tweemaal toe een krediet dat betaling mogelijk zou maken. Wat de zaak enigszins vertroebelde was de onjuiste omschrijving van het college m.b.t. de reden voor het krediet.
Een correcte omschrijving zou zijn geweest, verzwaring elektra-netwerk, diverse andere meerkosten en extra subsidie voor de toekomstige exploitant van de Drommedaris.
In plaats daarvan werd de reden voor het krediet toegeschreven aan de noodzaak van de verzwaring van het elektra-netwerk en werd verzwegen, dat het ook nodig was om extra meerwerk en een extra subsidie te betalen.
Enfin, nadat tot tweemaal toe het krediet geweigerd was, bleek driemaal scheepsrecht en werd het krediet uiteindelijk alsnog (omdat inmiddels een nieuwe wethouder was aangetreden) verleend.
De eigendunk, die de door raadsleden gedurende het hele proces ten toon werd gespreid was tenenkrommend. Een beschamende gang van zaken, waarbij machtswellust van de raad naadloos over ging in machtsmisbruik.