Wat natuurlijk helemaal hilarisch was tijdens de raadsvergadering op 28 oktober, was het enthousiasme van een groot deel van de raad voor het participatietraject dat met de ontwikkelaar was afgesproken.
Participatie is iets waar de raad veel en graag over praat, maar waar men keer op keer weer van aantoont er geen benul van te hebben. Hoewel de participatie van de raad zelf (door wet en regelgeving) strak en helder is georganiseerd, slagen ze er (iedere keer weer) toch in, om er voor zichzelf een rommeltje van te maken.
Neem bijvoorbeeld de herinrichting van het recreatieoord. Daarin hebben ze de eigen participatie weten te beperken tot een “je gaat je gang maar” besluit ten behoeve van de uitvoerende instantie (hierna de “UI” te noemen).
En de goedkeuring van een bestemmingplan, dat uitvoering van het door “UI” gemaakte plan mogelijk moest maken.
Als gevolg van het “je gaat je gang maar” besluit ontging het de raad, dat;
- Het door de “UI” ingediende voorlopige plan niet voldeed aan de kaders die men had gesteld voor wat betreft de omvang van het plan.
- De contractpartij waarmee de “UI” in zee was gegaan niet voldeed aan de kaders die met de “UI” waren overeengekomen inzake betrouwbaarheid.
- Dat het oorspronkelijke uitgangspunt, om de grond in erfpacht uit te geven, door de “UI” was losgelaten ten faveure van verkoop van de grond.
- Dat in geval van verkoop van grond de wet voorschrijft dat de raad in staat gesteld moet worden daar bezwaar tegen te maken, maar dat de “UI”, (in weerwil van wat wettelijk is voorgeschreven) de raad daar nooit toe in staat heeft gesteld.
- Dat de “UI” zonder enig overleg met de raad een overeenkomst (met mogelijk zeer verstrekkende gevolgen voor de gemeente) had afgesloten met een ontwikkelaar.
Daarbij gaat het niet alleen om de vraag of het mag (vanwege het “je gaat je gang maar besluit”), maar ook om een bij de raad levende wens tot participatie.
Dat het uiteindelijke resultaat van het “je gaat je gang maar” besluit, het plan voor de herinrichting (voor een deel) kon worden weggegooid was voor deze raad geen reden voor ongerustheid.
Dat geldt ook voor het bestemmingsplan dat men, door er blind op te vertrouwen dat alles wel zal kloppen, inmiddels heeft goedgekeurd. Er van uitgaande, dat de provincie, OCW, ZZM en de IJsselmeervereniging de door hen ingebrachte bezwaren niet aan de rechter zullen voorleggen.
Dat blinde vertrouwen heeft men ook ten aanzien van het participatietraject, dat met de ontwikkelaar is afgesproken. Ik ben benieuwd in hoeverre hij bereid zal zijn af te wijken van wat hij in zijn overeenkomst met de gemeente heeft vastgelegd, mocht dat door een wijziging van het bestemmingsplan noodzakelijk zijn.
Maar we zullen zien. Tot dusver is aangegeven dat alles mogelijk is, maar is er nog niets in gang gezet waardoor de gedane toezeggingen dichterbij gaan komen.