In de anterieure overeenkomst, die de gemeente in oktober 2018 met Orez BV sloot, komt de volgende bepaling voor.
Artikel 21. Overdracht van rechten.
Het is de Exploitant niet toegestaan om zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de Gemeente zijn rechten en verplichtingen uit de Overeenkomst en/of eventuele met de Overeenkomst samenhangende overeenkomsten tussen partijen over te dragen aan derden.
In mijn WOB verzoek vraag ik onder punt 4:
Documenten waarmee (en het tijdstip waarop) de Holding Recreatieoord Enkhuizerzand BV u heeft laten weten, dat haar aandelen in handen waren gekomen van Reynaerde Leisure BV.
De gemeente laat weten dat van de overdracht van de aandelen “Holding Recreatieoord Enkhuizerzand BV” naar “Reynaerde Leisure BV” geen document beschikbaar is, omdat de informatie mondeling is overgebracht.
OK, ik beschikte destijds niet over de anterieure overeenkomst en kende dus ook niet de voorwaarde voor het overdragen van rechten. Had ik de overeenkomst wel gehad dan had ik inzage gevraagd in het verzoek zelf en de daarover gevoerde correspondentie.
[Als de aspirant rechtsopvolger voldeed aan in de overeenkomst gestelde eisen, kon de gemeente een dergelijk verzoek niet weigeren.]
Nu ik wel over een (inmiddels verouderde) overeenkomst beschik is het ook mogelijk beter gerichte vragen te stellen en vast te leggen in een WOB verzoek.
De persconferentie over de overdracht van rechten was op 21 mei 2019. De verkoop van de aandelen vond op 9 april 2019 plaats. Er zit dus anderhalve maand tussen verkoop en de mededeling daarover.
Maar ruim voor de verkoop moet de Holding haar verzoek hebben ingediend en hoe kun je vaststellen, dat de aspirant koper voldoet aan de in de overeenkomst genoemde eisen, als hij nog niet eens is opgericht? De koper, Reynaerde Leisure BV werd opgericht op 4 april 2019. Vijf dagen voordat ze de aandelen kocht.
Binnen 5 dagen een verzoek doen aan de gemeente en toestemming krijgen voor de verkoop lijkt me onmogelijk. Zeker als de gemeente ook nog de solvabiliteit van de nieuwe eigenaar moet beoordelen.
Dus wat is eigenlijk de relatie tussen Reynaerde Leisure BV en Droomparken en hoe is de gemeente in staat geweest te beoordelen dat een nog op te richten BV in staat zou zijn om aan alle (door haar gestelde) eisen te voldoen?
Allemaal zaken waar Van Reijswoud en consorten zich van hadden moeten vergewissen, maar dat vinden ze kennelijk beneden hun waardigheid.
Prima, het is niet beneden mijn waardigheid en dus probeer ik daarover duidelijkheid te krijgen.