In het dagelijks leven is Rob van Reijswoud loco-secretaris in de gemeente Lelystad, dus vertrouwenspersoon en raadgever van het college aldaar. Een soort van consigliere van B&W van Lelystad zou je kunnen zeggen.
In zijn vrije tijd is Rob fractie-voorzitter van de VVD in de raad van Enkhuizen. Hij is niet zo maar een fractie-voorzitter, hij was ook voorzitter van de vertrouwenscommissie die de aanstelling van de nieuwe burgemeester voorbereidde en (naar eigen zeggen) ook de vormgever van het “nieuwe besturen” in Enkhuizen.
Onder de naam “raadsbrede coalitie”, met als kenmerkende eigenschap, dat men een formele oppositie heeft afgeschaft. Een opvallend bestuursmodel dat Enkhuizen deelt met o.a. de volksrepublieken van China en Korea.
Kortom, Rob is iemand die weet waar Abraham de mosterd haalt, hoe de hazen lopen en is daarmee zonder twijfel het invloedrijkste raadslid van Enkhuizen.
Daarom verbaasde me het ook zo dat Rob, tijdens de laatste raadsvergadering op 29 oktober de culturele positie van het Zuiderzeemuseum als volgt definieerde:
,,Een voormalig opslagterrein van de Rijksdienst der Zuiderzeewerken, thans in gebruik als openbaar toegankelijk depot voor diverse historische panden afkomstig uit het Zuiderzeegebied welke onderdeel zijn van de Collectie Nederland, maar echter voor het overgrote deel niet afkomstig uit deze regio, samengebracht in een gereconstrueerd ensemble dat lijkt op een Zuiderzeedorpje, maar is dat feitelijk nooit geweest.’’
Na deze kwalificatie valt een bescheiden applaus te horen. Ten teken, dat Rob niet alleen stond in deze opvatting.
Daarmee treedt een flink deel van de raad in de voetsporen van voormalig burgemeester Baas, die in zijn afscheidsspeech de bevolking van Enkhuizen meende te moeten waarschuwen voor het feit, dat het museum (in het kader van de herinrichting van het recreatieoord) wilde opkomen voor datgene dat ze als haar belang zag.
De raad treedt echter ook in de voetsporen van wethouder Struijlaart, die gedurende zijn onderhandelingen met Orez BV (om tot een definitief ontwerp voor het recreatiegebied te komen) eveneens hardnekkig weigerde rekening te houden met de belangen van het museum en ze pas op het laatste moment (als bijlage) toevoegde aan hetgeen hij reeds met OREZ bv was overeengekomen.
Persoonlijk vind ik het heel opmerkelijk, dat je als gemeente wel bereid bent om een omvangrijk project, (als de ontwikkeling van het recreatieoord) in handen te geven van een BV zonder personeel, zonder ervaring in de projecten met dergelijke omvang en een eigen vermogen van € 201,-, zonder dat je acht slaat op de bezwaren die door het museum worden aangevoerd.
Sterker nog, volgens het krantenverslag van de raadsvergadering zijn veel fracties de bezwaren die het museum aanvoert tegen het bestemmingsplan een klein beetje zat.
Enfin, ik neem aan dat de laatdunkende omschrijving van het culturele belang van het Zuiderzeemuseum (gesteund door een aanzienlijk deel van de raad) de burelen van het ministerie en de provincie wel zullen bereiken, met als uiteindelijk resultaat dat de realisatie van de plannen voor het recreatieoord nog wel enige tijd op zich zal laten wachten.
Zodat het enige wat Rob met zijn opmerking zal hebben bereikt een herbevestiging is van het feit, dat de politieke elite in Enkhuizen hoofdzakelijk bestaat uit incompetente imbecielen.
Meneer is een typische VVD’er, eerst brullen, dan ontkennen en tenslotte afgaan door de zijdeur…..
LikeLike
Een diep trieste uitspraak van van Reijswoud, kan beter gelijk in Lelystad gaan wonen.
LikeLike
Iets met een kip en gouden eieren?
LikeLike
wat een hopeloos zootje krukken in Enkhuizen. droevig!
LikeLike