Hinken op twee gedachten.

In februari 2018 schreef ik voor de eerste keer over ondermijning. Het verschijnsel dat criminelen zouden infiltreren in het lokale bestuur. De nadruk lag toen nog op de verkiezingen die later dat jaar zouden plaatsvinden.

Ik vond dat tamelijk absurd. Waarom zou een crimineel tijd, geld en moeite verspelen aan verkiezingen? Zou het niet veel eenvoudiger zijn om burgemeester, wethouders en ambtenaren om te kopen, in plaats van te proberen invloed uit te oefenen op raadsleden die door de bank genomen nauwelijks iets te vertellen hebben?

We hebben de neiging ons criminelen voor te stellen als Boris de Boef, maar de echt succesvolle dragen gewoon een driedelig pak en begeven zich in dezelfde kringen als waar burgemeesters, wethouders en beleidsambtenaren zich in begeven.

Oktober 2018 stond ondermijning weer op de raadsagenda.

Dit keer met een verzoek om jaarlijks € 60.000,- te spenderen aan het bestrijden van ondermijning. Door aanstelling van een projectleider, die “sturing” zou geven aan (niet met name genoemde) deelprojecten.

Wat me bij dit alles telkens weer opvalt is, dat de aandacht altijd uit gaat naar criminelen zoals aanwezig in motorclubs, maar nooit naar hun partners in crime, de bestuurders. Om ondermijning te doen slagen zijn er namelijk altijd twee partijen nodig.

Een crimineel die zijn crimineel verkregen geld wil witwassen en een bestuurder, die tegen een redelijke vergoeding best bereid is hem daarbij te helpen.

De grootste bron voor gratis geld voor de lokale overheid is natuurlijk het vergunningenstelsel.

Een kavel op het recreatieoord is (zonder bouwvergunning) vrijwel niets waard, echter de waarde van die kavel stijgt razendsnel, zodra de vergunning om een woning te mogen plaatsen wordt meegeleverd. In het voorbeeld dat ik gaf in mijn vorige bericht steeg de prijs van zo’n kavel van 5 naar 100 duizend euro.

Reden te meer reden om bij de uitgifte van vergunningen uiterst zorgvuldig en transparant te werk te gaan om daarmee de mogelijkheid tot “ondermijning” uit te sluiten.

En dan blijkt de gemeente Enkhuizen, als het gaat om transparantie en het verschaffen van inzicht, het liefst probeert om zo veel mogelijk barrières op te werpen.

Om te beginnen stopt de bemoeienis van de raad nadat ze een “go” besluit heeft genomen. Wanneer twee openbare aanbestedingen mislukken, besluit B&W dat de tijd gekomen is voor een onderhands aanbestedingstraject. Waarbij de keuze valt op een aannemer, die nooit eerder een  project van dergelijke omvang heeft uitgevoerd en die uiteindelijk het project (na ondertekening van de overeenkomst) zal verkopen aan een ontwikkelaar die daartoe wel in staat is.

Stilzwijgend stapt men over van uitgifte onder erfpacht, naar verkoop van grond zonder dat de raad in staat gesteld wordt er bezwaren tegen te maken. Ook de prijs waartegen de grond is verkocht blijft geheim, lang nadat de grond is verkocht.

Hoewel B&W haar goedkeuring baseert op het advies van door haarzelf benoemde deskundigen, zijn hun namen onbekend en mogen die ook niet bekend gemaakt worden. Hoewel de keuze voor de contractpartner wordt gerechtvaardigd op basis van zijn solvabiliteit, wordt het bewijs van die solvabiliteit niet geleverd.

Daardoor blijft het feit overeind, dat de gemeente een miljoenenovereenkomst onderhands heeft gegund aan een pas opgerichte BV, zonder enige ervaring en met een geplaatst kapitaal van € 201,-.

Er bestaat geen vergelijking tussen de geraamde opbrengst voor de ontwikkelaar en de geraamde uitgaven die hij (t.b.v. de openbare ruimte) heeft gedaan. Dus, hoewel het hier  om een “quid pro quo” transactie gaat, blijkt de gemeente niet in staat om duidelijkheid te verschaffen over de waarde van het een, ten opzichte van de waarde van het ander.

Deze gang van zaken staat niet op zichzelf. Hetzelfde gebeurt bij de vaststelling van de kosten van de verzwaring van het elektra-netwerk in de Drommedaris. Ook toen bleken documenten die bij elk bedrijf met een normale bedrijfsvoering worden uitgemaakt, zoals een factuur, niet in de gemeentelijke administratie aanwezig te zijn.

Wel aanwezig was een offerte, met kosten voor werk dat niet was uitgevoerd. Maar die wel werd gebruikt om van de raad een hoger (dan noodzakelijk) krediet los te praten.

Dus waar de gemeente jaarlijks € 60.000,- overmaakt om “ondermijning” te bestrijden speelt ze potentiële “ondermijners” in de kaart met haar werkwijze en haar weigering daar inzicht in te geven. Dat noemen we gewoonlijk “het hinken op twee gedachten”.

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Twitter-afbeelding

Je reageert onder je Twitter account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: