Het Enkhuizerzand is een prachtige en unieke locatie. Daarom is het ook zo opmerkelijk, dat geen ontwikkelaar in die locatie was geïnteresseerd.
Niet in een competitieve dialoog erover en evenmin in een Europese aanbesteding. Het liberale smaldeel in de raad had op voorhand al de vrees uitgesproken dat de gemeente veel te hoge eisen stelde. En toen de aanbesteding uiteindelijk mislukte werd de oorzaak al snel gezocht in de “te hoge” eisen van de gemeente.
Voor zover ik weet heeft er echter nooit een onderzoek naar de reden voor mislukking plaats gevonden. Het college stelde een aantal scenario’s op voor wat betreft de te nemen vervolgstappen. [Met als voorkeur, onderhands overleg met een partij die wel had ingeschreven, maar niet aan de inschrijvingsvoorwaarden had voldaan.]
Die scenario’s werden op 2 februari 2016 aan de raad voorgelegd. Niet om daar over te beslissen. Het college benadrukte dat ze die beslissing al had genomen. De raad werd in staat gesteld om “zienswijzen” aan het college kenbaar te maken.
Aan het eind werd zelfs een stemming gehouden, zonder dat het duidelijk was waarover men zich precies uitsprak. Aan de notulen is een grafiek toegevoegd door de griffier, die als uitslag heeft 12 voor en 5 tegen. De notulist meldt, dat de uitslag van de stemming 9 voor en 8 tegen is. Niet alleen over de reden, maar ook over de uitslag van een stemming verschilt men in Enkhuizen van mening.
Maar als gesteld, een onderzoek naar de reden voor mislukking van beide pogingen om ontwikkelaars te interesseren voor zo’n prachtige locatie als het Enkhuizerzand is nooit gedaan.
Kan het misschien zijn dat ontwikkelaars helemaal niet geïnteresseerd zijn in openbare aanbestedingen, maar dat ze veel liever (door middel van één op één gesprekken met de grondeigenaar) overeenstemming proberen te bereiken?
Ik kan me een dergelijke voorkeur van de ontwikkelaar heel goed voorstellen. Terwijl de weerzin tegen openbaarheid ingebakken is in de gemeentelijke bestuurscultuur.
Dus dat zou de verklaring kunnen zijn voor het feit dat, ondanks de unieke locatie, er geen hond belangstelling had voor een competitieve dialoog en de Europese aanbesteding.
Maar dan blijf ik toch nog zitten met de vraag, waarom de gemeente (die tot tweemaal toe een marktverkenning had uitgevoerd) niet wist hoe projectontwikkelaars te werk gaan en men tot tweemaal toe een kansloze missie uitvoerde.
Waarom kan buurgemeente Stedebroec wel rechtstreeks naar Europarcs toestappen en zeggen hier is de grond, dit zijn onze eisen, maak er wat moois van en moest Enkhuizen via een tussenpersoon onderhandelen met Droomparken?
Of hebben we de hele tijd zitten kijken naar een reeks schijnbewegingen waarmee een voorkeursgegadigde (Peter Tuin en consorten) in pole position moest worden gebracht?