In het NHD van afgelopen zaterdag een bijna paginagroot verslag over de uitkomst van een door het NHD gehouden enquête over de suggestieve stelling “Geef de auto ruim baan op het Enkhuizerzand”. Het Enkhuizerzand is de naam van het recreatiegebied in Enkhuizen.
De vraag stellen is haar beantwoorden luidt het gezegde. Niemand heeft, voor zover ik weet, ooit “ruim baan voor de auto op het recreatieoord” willen bepleiten. Zodat het feit, dat een kwart van deelnemers de stelling toch nog met “ja” dorst te beantwoorden, tot een klein wonder mag worden gerekend.
In het artikel benadrukt de journalist, dat de stelling eigenlijk had moeten luiden, “Ruim baan voor het parkeren op het Enkhuizerzand”. Gelukkig voor hem hebben degenen die reageerden op zijn stelling, hem ook zo begrepen. Driekwart van de deelnemers aan de enquête was tegen het beschikbaar stellen van parkeergelegenheid voor het ZZM.
Dat kwam niet als een verrassing. Het vorige college was tegen, een groot deel van de raad is tegen, maar ook het NHD is klaarblijkelijk tegen. Gelet op het feit, dat ze tegenstanders van de parkeervoorziening zoals het “Comité tot het behoud van het Enkhuizerzand” wel regelmatig aan het woord laat, maar voorstanders nooit.
In het onderstaande filmpje een voorbeeld hoe je met suggestieve vragen de uitkomst van een enquête kunt beïnvloeden.
Wat in de uitslag opvalt is dat veel tegenstemmers argumenten gebruiken, die evenzeer van toepassing zijn op het nog te creëren villaparkje, dat ons wordt aangeprezen als een vakantiedorp.
Ik heb begrepen, dat driekwart van de te bouwen huizen verhuurplichtig is, maar dat is een percentage dat makkelijk kan worden aangepast, als het animo om NIET te verhuren groter is dan het animo om WEL te verhuren.
Zoals ik eerder al op dit blog berekende zijn er voor de 200 te bouwen huizen minimaal 200 parkeerplaatsen nodig. Veiliger is het om uit te gaan van gemiddeld anderhalve parkeerplek per huisje, zodat het plan villawijk/vakantiedorp 300 parkeerplaatsen zal bevatten.
Als je uitgaat van één verplaatsing per dag (boodschappen doen) dan is het autoverkeer dat de wijk dagelijks zal generen minstens gelijk aan het verkeer dat door het door het ZZM gewenste parkeerterrein zal worden gegenereerd. Maar merkwaardig genoeg hoor je daar nooit iemand over. Het college niet, de raad niet en de krant niet.
Sterker nog, vanuit de raad hoor je de meest fantastische verhalen over het verkeer dat een parkeerterrein voor het ZZM zal genereren.
Langbroek berekent op mijn blog een hoeveelheid verkeer, die drie keer de maximale capaciteit van het parkeerterrein is. (3 x 225 = 675 auto’s). 675 auto’s die bovendien aan en af moeten rijden, zodat het totaal aan bewegingen uitkomt op 1350.
Jan Raven hanteert die factor 3 ook tijdens een ledenvergadering van Nieuw Enkhuizen, dus deze rekenmethode is waarschijnlijk afkomstig uit de voorlichtingsbijeenkomst die kort geleden werd georganiseerd. In die bijeenkomst deed verkenner Edwin van Uum verslag van zijn bevindingen.
Verder citeert de krant ook nog een zekere J. Visser (voormalig raadslid Jur Visser?) die ook al dezelfde rekenmethode hanteert. Totaal te verwachten verkeersbewegingen = 3 keer de maximale capaciteit van het parkeerterrein.
Het museum is 210 dagen per jaar open. Als 600 auto’s per dag gebruik maken van het parkeerterrein, dan zijn dat 126.000 auto’s per seizoen. Als we er van uitgaan dat elke auto twee inzittenden heeft, (wat zelden voorkomt, gewoonlijk zijn het er vier) dan overstijgt het museumbezoek per auto (volgens deze rekenmethode) het totaal aantal bezoekers aan het museum.
Naast het bezoek per auto komen er ook nog bezoekers per bus, per openbaar vervoer, per schip (de West-Friesland) en (vanuit de directe omgeving) per fiets of te voet.
En daarmee is het beeld geschetst van de situatie waar we ons in bevinden.
Enerzijds een vooringenomen lokale krant die breed uitweidt over de reacties op haar suggestieve stelling en anderzijds raadsleden die elkaar alleen maar napraten voor wat betreft het aantal auto’s dat gebruik zal maken van het parkeerterrein op het REZ.
Toen ik er om vroeg, kreeg ik binnen het uur antwoord op mijn vraag, hoeveel auto’s er het afgelopen seizoen gebruik hadden gemaakt van het parkeerterrein op de Krabbersplaat.
Dat bleken er iets minder dan 30.000 te zijn geweest. Een kwart van het aantal auto’s waar de raad denkt rekening mee te moeten houden.
Maar raadsleden vragen niets na, laat staan dat ze iets zouden narekenen. Ze praten alleen maar elkaar na.
Het zou allemaal enorm lachwekkend zijn, als het eindresultaat niet zo in en in triest was. Alleen omdat college en raad ooit hun zinnen hebben gezet op een villawijk annex vakantiedorp en ze daar kennelijk niet van af willen wijken, worden informatie en cijfers gemanipuleerd. Onder het oog van en met medewerking van de regulaire pers.
Het vorige college heeft zichzelf, met instemming van een gedachteloze raad in een nogal precaire situatie gewurmd. Door geen acht te slaan op de bezwaren van het ZZM zit men nu met een plan, dat (mocht het doorgaan) de toekomstige bereikbaarheid van het Zuiderzeemuseum ernstig zal belemmeren.
Het wordt tijd, dat college en raad zich beginnen te realiseren, dat ze, doorgaande op dezelfde weg, zichzelf tot de risee van weldenkend Nederland (en daarbuiten) maken.
J. Visser is inderdaad Jur Visser.
Geen idee waarom de krant mijn voornaam niet heeft gebruikt Chris.
Het omstreden parkeerplaats voor het ZZM is bedoeld voor flits bezoekers. Dat zijn mensen die meerdere musea per dag willen bezoeken. Bijvoorbeeld het Westfries museum /Bakkerij museum. Zij verblijven hoogstens twee a drie uur per museum. Vandaar de factor drie.
Al die verkeersbewegingen moeten worden afgewikkeld via Dreef en Lindenlaan. Dit leidt nu al regelmatig tot een obstipatie.
Overigens blijft het bootmodel(gedeeltelijk) in bedrijf.
LikeLike
Jur, de parkeergelegenheid op het REZ is een vervanging van de parkeergelegenheid op de Krabbersplaats. Daar hebben het afgelopen seizoen volgens het museum 30.000 auto’s geparkeerd.
Jij stelt het voor alsof het om een geheel nieuwe categorie flitsbezoekers gaat die qua hoeveelheid (als je uitgaat van een gemiddelde bezettingsgraad van 3 bezoekers per auto) neer komt op 378.000 bezoekers per seizoen. Boven de bezoekers die per trein en bus komen.
Omdat die bezoekers volgens dit model doorgaan naar het Westfries/Bakkerijmuseum moeten die musea ook rekenen op soortgelijke aantallen bezoekers.
Wat me bij dit alles teleurstelt is, dat kennelijk iedereen dat model voor mogelijk houdt op basis van een praatje van een gemeente ambtenaar (Slagter?).
Wat me verder ook teleurstelt is dat iedereen het altijd alleen over het ZZM heeft en niemand ooit over de villawijk, dat minimaal hetzelfde aantal verkeersbewegingen genereert.
Het komt dus neer op het maken van een keuze. Het ZZM of een villawijk. Mijn keuze is voor het ZZM, jullie keuze is voor de villawijk en vervolgens moet je dan hopen of de Raad van State het met jullie keuze eens is.
LikeLike
Ach wie neemt dat gecensureerde sufferdje nog serieus.
LikeLike
Moest even opzoeken de betekenis van het woord “risee.” Uit het Frans “mikpunt” van spot. Of anders vertaald “iemand die door iedereen bespot wordt.” Nou die spot is heel goed toe te passen op Colleges en hun adviseurs (ambtenaren) en raadsleden.
LikeLike