Het gebeurt niet veel dat raadsleden reageren op hetgeen ik schrijf. Het liefst wisselt men (in besloten kring) met elkaar van gedachten. Bovendien neemt men publiekelijk liever geen standpunten in. Uitzondering hierop vormt volgens mij de HEA, die graag standpunten naar buiten brengt waar je als lokale partij verder weinig mee kunt, maar die wel sympathiek in de oren klinken.
Zo werden alle politieke partijen als eerste geïnformeerd over de plannen met het REZ, maar wat hun mening over die plannen is, houdt men het liefst verborgen.
Maar ziedaar, een dag of wat geleden werd het gebruikelijk stilzwijgen doorbroken door Jan Raven, fractievoorzitter van Nieuw Enkhuizen. Hij reageerde op “Hypnotiseren”.
In zijn reactie laat hij weten.
“Beste Pim, ik begrijp uit je stukken dat je graag wilt dat van het recreatieoord een parkeerplaats wordt gemaakt.
Jammer, jammer, jammer. Iedereen die op de lagere school een voldoende heeft gehaald voor het onderdeel “begrijpend lezen” weet dat ik dat niet heb geschreven. Wat ik wel schreef (en heb berekend) is, dat de benodigde parkeerruimte in de Orez variant hetzelfde was als in de ZZM variant en dat er dus qua verkeersbewegingen nauwelijks verschil was.
Maar kennelijk kunnen raadsleden (waaronder ook Jan Raven) niet wennen aan dit feit. Wie er (zoals ik) voor pleit, dat aan het ZZM grond ter beschikking wordt gesteld om een parkeerterrein aan te leggen, wordt er al snel van beschuldigd voorstander te zijn van de algehele asfaltering van het REZ.
Het is een spookbeeld, dat in januari 2018 breed werd uitgemeten in de Enkhuizer Krant op aanreiken van de vereniging tot behoud van het recreatieoord. Sindsdien nooit meer iets van die vereniging gehoord. De krant heeft volgens mij haar sensationele en op niets gebaseerde berichtgeving nooit gecorrigeerd.
Hans Langbroek zag er destijds wel wat in voor zijn verkiezingsprogramma en deelde het “fake-nieuws” van het NHD via zijn twitter account. Zoals ik in januari 2018 al zei, mensen onthouden alleen de kop van een artikel nooit de inhoud en dus herkauwt Jan weer een spookbeeld van 10 maanden geleden.
Jan schrijft verder, “De redenatie dat het ZZM een cultuur erfgoed is en dus beschermd moet worden deel ik. De vraag is alleen hoe?”
Mijn advies aan Jan en al die andere raadsleden is, laat je eens informeren door degene die is aangesteld om het ZZM in goede banen te leiden. De directeur bijvoorbeeld.
De kans is namelijk groot, dat hij beter weet wat het museum nodig heeft dan alle bureaucraten (die met wisselend succes de gemeente besturen), bij elkaar.
Hij legt je haarfijn uit dat het ZZM kwetsbaar is omdat ze elk jaar tonnen moet uitgeven aan een niet museale activiteit en dat daarboven de hedendaagse museumbezoeker een kort bezoek prevaleert boven een langdurig bezoek.
Aan het gedrag in deze, van een groot deel van de raad, ligt geen rationele gedachtengang ten grondslag. Alleen maar willen meehuilen met de wolven in het bos en het oproepen van spookbeelden. Vanuit de overtuiging, dat dit in de toekomst stemmen op zal leveren.