Het zou trouwens met recht oude wijn in nieuwe zakken zijn, als zowel Boland als Olierook zouden terugkeren in het college van Enkhuizen.
Beiden speelden een centrale rol in het instorten van het college waar ze deel van uitmaakten.
Volgens de liberale wijsneuzen Van Reijswoud en Koning was het instorten van de Enkhuizer colleges het gevolg van extreem coalitie-monisme. Een euvel dat alleen in Enkhuizen voorkomt en waarvan niemand precies weet wat het inhoudt.
Om dit op effectieve wijze tegen te gaan heet het, dat de vakbekwaamheid (en niet de politieke voorkeur) van de nieuwe wethouders voorop diende te staan. Dus wie zullen straks (onder druk van de omstandigheden) als de meest bekwame wethouders uit de bus komen rollen? Ik gok op Boland en Olierook.
Zowel Boland als Olierook hebben wat mij betreft dingen gedaan die niet door de beugel konden, maar onbekwaam op hun vakgebied zou ik ze niet durven noemen en heb ik ze ook nooit genoemd. Ze maakten gewoon gebruik (of moet ik zeggen misbruik) van de mogelijkheden die door het halfzachte optreden van de raad ontstonden. Een raad, die geen benul heeft hoe ze een van haar primaire taken (het houden van toezicht op het dagelijks bestuur) zou moeten vervullen en dus keer op keer chaos liet ontstaan wanneer een ordentelijke afwikkeling geboden was.
Ook in het huidige document, waar alle fracties zo lyrisch over zijn en hun handtekening onder hebben gezet, staat nauwelijks iets over toezicht. De mogelijkheid wordt genoemd, maar daar blijft het wel zo´n beetje bij. Het algemene idee is, dat als je maar deskundige wethouders aanstelt, toezicht houden overbodig is en het daardoor ook gezelliger vergaderen blijft.
Boland en Olierook waren geen onbekwame wethouders, maar wethouders, die door de gemakzuchtige en onoplettende houding van de raad overmoedig waren geworden en dachten dat ze zich niet aan de regels hoefden te houden. Het instorten van de colleges waar ze deel van uitmaakten (in beide gevallen in gang gezet door VVD/D66) had dan ook helemaal niets te maken met mogelijke onbekwaamheid van de beide wethouders.
Met andere woorden, als de teloorgang van beide coalities niet te wijten was aan de onbekwaamheid van de wethouders, dan vormt de nu aangeprezen sollicitatieprocedure ook geen enkele garantie voor toekomstige stabiliteit van het college.
En de kunstmatige stabiliteit die men nu binnen de raad probeert te organiseren zal van korte duur zijn en uiteindelijk alleen maar resulteren in nieuwe onvrede.
Dat men er tot dusver in geslaagd is een lijstje op te stellen met agendapunten, wil natuurlijk niet zeggen dat daarmee alle kou uit de lucht is. Die is razendsnel weer terug als er wethouders moeten worden benoemd en die benoemingen niet beantwoorden aan de verwachtingen van (pakweg) de helft van de raad.
Wie denkt dat de rol van de politiek kan worden overgenomen door technocraten vergist zich. Wie denkt dat democratie mogelijk is zonder formele oppositie, vergist zich ook.
Onze liberale denkers eisen voor zichzelf een dominante machtspositie op en proberen tegelijkertijd de rol van de oppositie op voorhand te minimaliseren. Het heeft er alle schijn van dat zij er in geslaagd zijn om dit idee aan alle bestaande fracties te verkopen, maar dat is op zichzelf geen verrassing.
Men laat zich nu eenmaal graag knollen voor citroenen verkopen en als er één schaap over de dam is, dan volgen er onherroepelijk meer.
Dus op het gedoe met een raadsbrede agenda, volgt gewoon weer nieuw gedoe. Omdat de Enkhuizer raad de onbedwingbare behoefte heeft (gestoeld op een enorme mate van zelfoverschatting) om telkens weer opnieuw het zwarte garen uit te willen vinden.
Enkhuizen zal en moet namelijk uniek blijven. Ook al is bestuurlijke chaos daarvan het gevolg.