Inmiddels liggen de verkiezingen al weer drie maanden achter ons en is bestuurlijk Enkhuizen nog steeds in de ban van een fata morgana.
Het raadsbrede akkoord.
Om voor mij duistere redenen menen de politieke doordenkers in onze Haringstad, dat het eenvoudiger is een akkoord te sluiten tussen negen partijen dan tussen 4 partijen.
Men is een aantal keren in strikte beslotenheid bijeengeweest. Veel heeft dat niet opgeleverd, het blijft tenminste angstvallig stil. Nu is stilzwijgen voor de meeste partijen (ik zal geen namen noemen) geen moeilijke opgave. Van de stortvloed van plannen, die er gedurende verkiezingstijd over ons heen worden gestort, hoor je (in de vier jaar na de verkiezing) zelden nog iets.
Als politiek partijen (na de verkiezingen) al informatie verstrekken, dan gebeurd dat meestal als mosterd na de maaltijd. Verschillende partijen hebben zelfs niet eens een website met behulp waarvan ze informatie zouden kunnen verstrekken. Openbare bijeenkomsten voor kiezers buiten de verkiezingstijd (over welk onderwerp dan ook) zijn een zeldzaamheid.
Ook verhelderende beschouwingen over het voordeel van een raadsbreed akkoord ben ik tot dusver niet tegen gekomen. Zelf zie ik er weinig in. Ik zie liever een solide coalitie, die bij de les wordt gehouden door een alerte oppositie.
Maar klaarblijkelijk is er nog steeds een meerderheid in de raad die meer heil ziet in het creëren van een soort Chinees volkscongres, waar alle neuzen dezelfde kant op staan en waar elke afwijking op de door partijleider Xi Jinping ingeslagen weg met wantrouwen wordt bekeken.

De architecten van de bestaande situatie, het liberale smaldeel Van Reijswoud en Koning, gaan prat op de duale constructie die ze in het leven hebben geroepen.
Twee broodwethouders, die om wille van de smeer bereid waren te doen of men geen binding had met de partij waar men zijn hele leven lang lid van was geweest.
Het verwijt aan de vorige coalitie was, dat die te mild was voor de eigen wethouder (Olierook), maar op dat punt is er weinig veranderd. De mildheid t.o.v Olierook wordt nu (door anderen) betracht t.a.v Struijlaart, die inmiddels de plank al diverse malen heeft mis geslagen zonder dat daar verder consequenties aan werden verbonden.
Wat mij betreft had Olierook niet weggehoeven vanwege organisatorische problemen bij het SED. Tekortkomingen van dien aard (binnen de SED organisatie) waren en zijn primair de verantwoordelijkheid van de directie van die organisatie en niet van een wethouder die feitelijk alleen maar gebruik maakt van haar diensten.
Er is ook geen andere SED wethouder voorgedragen voor ontslag, zodat er eerder sprake was van een typisch Enkhuizer afrekening, dan van een volwassen en gedegen politieke afweging door de initiatief nemers, D66/VVD.
Voor wat betreft de laatste twee collegewisselingen, lag het initiatief in beide gevallen bij de D66/VVD combinatie. Het is dan ook opmerkelijk dat juist deze twee partijen zich als voorstanders van raadsbreed akkoord opwerpen.
Ik vermoed, om langs die weg een eventuele oppositie al op voorhand de wind uit de zeilen te kunnen nemen.
De misslagen van Struijlaart zijn natuurlijk niet alleen maar zijn schuld. Veel van wat een wethouder de raad voorstelt wordt hem ingefluisterd door de ambtelijke organisatie, waar je als wethouder maar betrekkelijk weinig invloed op kunt uitoefenen. Er zijn maar weinig wethouders die in staat zijn uit te stijgen boven het woordvoerderschap van het deel van de ambtelijke organisatie waar ze verantwoordelijk voor zijn.
Op dat punt heeft het dualisme dus weinig verandering gebracht. Nam de vorige coalitie de eigen wethouders in bescherming, de nieuwe doet dat ook.
In een democratie is het de taak van de oppositie om mogelijk falen van het bestuur aan de kaak te stellen. Dat willen onze lokale liberale denkers Van Reijswoud en Koning dus afschaffen. Opdat in Enkhuizen de rust wederkeert waar de volksrepubliek China nu al jarenlang profijt van heeft.

In een eerdere column heb ik VVD en D66 raadslieden technocraten genoemd. Technocraten zijn volgens mij lieden die zichzelf gekwalificeerd vinden en zich ergeren als mensen (die in hun ogen niet gekwalificeerd zijn) zich toch bemoeien met zaken waar ze (in de opvatting van technocraten) geen verstand van hebben.
Zoals ik dus, die me nu al 8 jaar bemoei met het bestuur van de stad, terwijl ik niet ben gekozen om dat te doen. In zekere opzicht gedragen vrijwel alle raadsleden zich als technocraten.
Ze willen graag dat burgers meedenken, maar dat meedenken moet wel in hun straatje passen, anders worden de meedenkers domweg genegeerd.
Grootste nadeel van een bestuur door technocraten (dat ik eerder een mandarijnenbestuur heb genoemd) is, dat zij geneigd zijn zichzelf toe te rusten met oogkleppen, alvorens ze een probleem in ogenschouw nemen.
Wat nu door de raad wordt aangeprezen als dualisme is in werkelijkheid een bestuur door technocraten. Dat lijkt (kijk naar China) op het eerste gezicht enorme voordelen te bieden, maar de prijs voor de invoering van een technocratie (bestuur door een speciale politieke kaste en beleidsambtenaren) is de verzwakking, of zelfs de teloorgang van de democratie.
Je zou daarover eigenlijk op openhartige wijze met elkaar over moeten kunnen praten, maar nee, de raad heeft er voor gekozen om over dat deel van onze toekomst in beslotenheid te vergaderen en te beslissen.
En dat is dan weer geheel in overeenstemming met wat de technocratische opvattingen dicteren. Vooral geen bemoeienis van niet gekwalificeerde (=niet gekozen) burgers over de toekomstige democratische verhoudingen.
Interessant artikel Hans, e-democratie is een mooi middel maar veel gemeenten vertillen zich er aan. Het meedenken van burgers in beleid is ingrijpend, bewoners moeten in staat zijn een open discussie te voeren en de bevestiging krijgen dat wat zij inbrengen ook daadwerkelijk gehoord, gewogen en mogelijk toegepast wordt en je moet als ambtenaar/wethouder/organisatie de belofte kunnen maken dat daar daadwerkelijk wat mee gedaan wordt. Tegelijkertijd wil je dat je ambtenaren in staat zijn even open mee te denken in een discussie waarbij elke vorm van meedenken ook gevoeld kan worden als toezegging.
Als je vervolgens al tot zo’n gesprek kan komen, moeten raad en wethouder in staat zijn om op hun handen te blijven zitten. Als je bewoners de ruimte geeft om daadwerkelijk mee te denken/bepalen moet je niet in de eerstvolgende raadsvergadering tornen aan die inhoud. Dan volgt teleurstelling, de bevestiging dat de gemeente er niks mee doet en ben je verder van je doel af dan voor je participatiekoorts.
Andersom neem je met burgerparticipatie een stuk inspraak bij de raad weg. Dat moet een bewuste keuze zijn en de raad moet zich ook bewust zijn van de gevolgen. Als je de ruimte die je geeft weer intrekt omdat de plannen toch niet aansluiten bij wat de raad wilt, breek je een vertrouwen waar de gemiddelde burger al denkt “daar heb je de gemeente weer”. Dat betekend dat je als raad heel goed moet nadenken over bandbreedtes. Dat is de reden dat algemene digitale platforms niet werken. Want als ik alles mag voorstellen, zonder voorwaarden dan kun je als overheid ook niet beloven dat je er wat mee kunt doen. Dus daar moet je bandbreedtes in stellen (Bijv: De voorstellen moeten vallen onder de waaier: Speeltuinen, parken, sport). Als je die bandbreedtes eenzijdig stelt als raad/ambtelijke organisatie dan ben je de bewoner van meet af aan kwijt, dus moet je tot die agenda en bijhorende spelregels komen in overleg met bewoners. Als zij geen onderdeel zijn van het proces, dan ben je ze kwijt voordat je een letter op papier hebt. De algemene valkuil is de gedachte dat je met een online platform (het middel) alle voorwaarden hebt om het te laten slagen. Maar in de meest succesvolle participatieprojecten (ingezet door bewoners of door overheid) zijn hele intensieve trajecten voorafgegaan waarvan de digitale schil maar het staartje was. Je moet voorafgaand heel veel commitment gekweekt hebben en heldere spelregels waar je zowel bewoner, raadslid, ambtenaar, en wethouder aan kan houden. Als dat commitment en die spelregels er niet zijn, heb je alleen maar een leuk digitaal hebbedingetje zonder enige inhoud of vulling.
Het meedenken kan een geweldig instrument zijn waar zowel bewoners een voortouw kunnen nemen (Buurtbeheerbedrijf Sluisdijk, Den Helder/ Herontwikkeling Market Hill, Seattle zijn mooie voorbeelden) of door de overheid gestart (Betalab Soest, Plekkenmakers in herontwikkeling Schiedam). Al die trajecten die door de overheid gestart zijn, komen vaak pas succesvol tot stand door externe, bemiddelende organisaties (Waag Society, Plekkenmakers) om die samenwerking te bemiddelen. Als die (bemiddelde) samenwerking niet komt, heb je niets aan een digitaal platform en heb je enkel een instrument zonder aanleiding.
LikeLike
Goed stuk Shawn!
LikeLike
“Ze willen graag dat burgers meedenken, maar dat meedenken moet wel in hun straatje passen, anders worden de meedenkers domweg genegeerd”
Ik heb één keer over iets meegedacht (iets met een park en wat dieren, ergens in het noordnoordoosten van de oude binnenstad) en dat heb ik geweten. Het leverde me de kwalificaties ‘stalker’ en ‘spoort niet’ op…
LikeLike
Hai Pim,
Hier een stuk over het constante mislukken van initiatieven van gemeentes om burgers mee te laten praten over zaken. Een aantal van die initiatieven lijkt op wat jij probeerde met een forum voor raadsleden en burgers.
Hier te lezen:
https://www.binnenlandsbestuur.nl/digitaal/achtergrond/achtergrond/e-democratie-amper-bezoek-websites.9584463.lynkx
LikeLike
Hallo Hans,
Prietpraat was een poging om discussie los te krijgen over lokale politieke vraagstukken en is als zodanig mislukt, omdat er vrijwel niemand het nut van discussie inziet. Raadsleden niet, maar ook de inwoners niet.
Misschien wordt dat anders als de raad (als instituut) de discussie aanzwengeld bijvoorbeeld door een platform als Prietpraat waarop alle raadsleden opvattingen en meningen naar voren brengen. Wellicht zou daardoor de communicatie tussen raadsleden en hun kiezers een nieuwe impuls kunnen krijgen. Niet ik, maar de griffier had een dergelijk voorstel al jaren geleden moeten doen, maar mijn indruk is dat de relatie raad/kiezer hem niets kan schelen en hij alleen maar bezorgd is over de relatie raad/college. Waarbij hij in geval van tegenstrijdige belangen eerder de kant van het college kiest dan die van de raad.
LikeLike