Gisteravond was dan eindelijk het grote moment aangebroken waarop wethouder Struijlaart (op uitnodiging van Enkhuizen Vooruit) zou komen uitleggen hoe het nu zat met de verdeelsleutel die er voor kostenverdeling van het Ontwikkelingsplan (OOP) is gebruikt.
Althans daar hoopte ik op, Struijlaart zelf bleek andere plannen te hebben.
Om te beginnen complimenten voor Enkhuizen Vooruit die de zaakjes keurig voor elkaar had. Zorgelijk dat een politieke discussie over een toch niet onbelangrijk onderwerp, waar bovendien de nodige aandacht aan was besteed, zo weinig belangstelling kreeg.
Wat moet je in Enkhuizen nog meer doen om de mensen in beweging te krijgen, als zelfs de aanwezigheid van een wethouder geen garantie is voor een goed gevulde zaal?
Dan de avond zelf. Struijlaart vertelde, hij ging door met vertellen en bleef maar vertellen over de financiering van de SED. Een breed onderwerp waar je lekker veel over kunt vertellen, zonder dat je toekomt aan wat ik de kern van de avond zou willen noemen.
Wat is nu eigenlijk de rechtvaardiging voor de financiering van het OOP, waarbij Enkhuizen als kleinste van de drie gemeenten, geacht wordt om de grootste bijdrage aan de kosten van het plan te leveren? Maar liefst 8 ton meer dan wanneer alle inwoners van de SED een gelijke bijdrage zouden leveren.
De formeel gegeven reden is uiteraard bekend. Bij het tot stand komen van de SED stonden de samengevoegde loonsommen in een bepaalde verhouding tot elkaar. Die verhouding zou gebruikt worden bij het uitkeren van de te verwachten besparingen.
Enkhuizen had de grootste loonsom ingebracht en had, in geval van besparing, dus het recht op een groter deel dan de anderen.
Zover zo goed. Helaas, de besparingen zijn nooit gerealiseerd. Integendeel, er was sprake van extra kosten. Dus werd het “recht” op een groter aandeel in de besparingen, omgezet in een “plicht” tot een grotere bijdrage in de kosten. Voor sommigen is dat een logisch voortvloeisel.
Niet wat mij betreft. Het recht op het één, kan nooit automatisch leiden tot een plicht voor wat anders. In dit geval de verdeling van extra kosten. In plaats van dat de extra loonkosten gelijkelijk over de drie gemeenten werden verdeeld, werden ze verdeeld volgens een formule die nooit was toegerust voor het doel waarvoor ze was ontworpen.
Met als verbluffend resultaat, dat de kleinste gemeente werd opgezadeld met de meeste kosten.
Het is een regeling die Dik Trom zou hebben kunnen uitvinden. Je bedenkt een regeling waarbij een worst als beloning in het vooruitzicht wordt gesteld, in de wetenschap dat de condities waaronder je de worst zal moeten afgeven, zich nooit zullen voordoen.
Weliswaar was bij aanvang van de SED bedacht dat door efficiënter werken de totale loonsom zou dalen, maar het omgekeerde was waar gebleken. De totale loonsom is (mede als gevolg van het OOP) explosief gestegen. En omdat Enkhuizen bij daling van de kosten procentueel het grootste voordeel zou hebben gehad, kreeg ze bij stijging van de kosten procentueel het grootste nadeel toebedeeld.
Dat is de (in mijn ogen tamelijk primitieve) logica waar de kostenverdeelsleutel op is gebaseerd en die door Struijlaart wordt verdedigd.
Duidelijk is, dat het bij Struijlaart, noch bij de Enkhuizer raad, ooit is opgekomen, dat de sterk gewijzigde omstandigheden een goede reden had kunnen zijn om nog eens na te denken over de aanpassing van die verdeelsleutel.
Zo’n aanpassing was weliswaar al eens gebeurd (dus onmogelijk was het niet), maar men was bij het Ontwikkelingsplan niet op het idee gekomen. Had het kunnen gebeuren vroeg oud raadslid Noorman? Jazeker, dat had gekund, maar het was nu eenmaal niet gebeurd, antwoordde Struijlaart. Daar kun je verder van alles van vinden, maar onmiskenbaar feit is, dat wethouder noch raad reden hebben gezien voor een aanpassing van de verdeelsleutel.
En daarmee zijn we aangekomen bij de oorzaak van het probleem. De Enkhuizer raad had (gezien de gewijzigde omstandigheden) moeten aandringen op een aanpassing van de verdeelsleutel. Dat heeft ze, ondanks aandringen van betrokken burgers, niet gedaan. Dus wast de wethouder zijn handen in onschuld, terwijl de raad zich mag afvragen of ze zich (op advies van de wethouder trouwens) niet veel te makkelijk heeft neergelegd bij een twijfelachtige verdeelsleutel.
De ervaring leert dat de raad dat nooit zal doen. De hand in eigen boezem steken (of welke andere vorm van zelfverwijt dan ook), is haar vreemd. Natuurlijk, men had kunnen aandringen op een meer verantwoorde verdeelsleutel, maar dat heeft men nagelaten. Jammer, eigen schuld, dikke bult. De rekening voor dit verzuim gaat naar de inwoners van Enkhuizen.
Die dragen 30% meer bij aan de kosten van het ontwikkelingsplan dan hun buren in Stede Broec, die (naar ik aanneem) beschaafd in hun vuistje lachen. Gelukkig kan het de burgers van Enkhuizen niets schelen dat ze gedwongen worden meer te betalen dan hun buren. Dat leid ik tenminste af uit de geringe belangstelling voor de avond waarop dit onderwerp werd besproken.
nadenken doet een ambtenaar niet en dat zullen ze nooit gaan doen ook , wethouders en raadsleden horen in mijn ogen in die zelfde groep thuis , pas op het moment dat ze persoonlijk aansprakelijk gesteld kunnen worden gaan ze nadenken , en zullen er nog weinig mensen zijn die zo,n mooi baantje willen , omdat ze dondersgoed weten dat ze fout bezig zijn en ( nu nog ) onaantastbaar
LikeLike