De hofhouding en zijn paljas

hofhouding

Misschien had ik wel moeten luisteren naar wat college en raad gisteravond allemaal te vertellen hadden over de Kadernota 2017 (de voorbereiding voor de begroting van 2017), maar ik kon er de moed niet meer voor opbrengen.

Mijn doelstelling is 2000 stukjes te schrijven over de lokale politiek. Daar zit ik nog 100 stukjes van af. Ik schat dat mijn reacties op opmerkingen van lezers meer dan het dubbele zijn van het aantal originele berichten. Met meer dan 6000 berichten/reacties over de lokale politiek, vind ik dat ik ruimschoots aan mijn burgerplicht heb voldaan.

Een discussie over het onderhoud van bruggen en kinderspeelplekken boeit me niet. Ik wacht de beslissing die daarover wordt genomen af om me vervolgens daar bij neer te leggen. Zoals een goed democraat betaamt.

Het enige wat me nog boeit is de manier waarop het college de raad (ons dus) meent te moeten informeren. En de wijze waarop de raad (namens ons) vervolgens met die informatie omgaat.

Wat mij betreft begon het allemaal met de aankoop van de Uilenbanen, waarbij de raad besloot om een half miljoen uit te geven om grond aan te kopen die ze al in haar bezit had. Daarmee zou het (wat mij betreft) ook moeten eindigen. Ik wacht dus rustig af tot het REZ-project (dat geheel in handen is gelegd van het college en haar ambtelijke staf) zal zijn afgewikkeld.

Het Drommedaris dossier was wat mij betreft niet meer dan een tussendoortje. Waarschuwingen werden genegeerd, boekhoudkundige malversaties werden niet opgemerkt (zogenaamd) maar getolereerd, documenten werden niet bestudeerd. Het was de onderbuik die de besluitvorming dicteerde. Maar ik neem aan dat dit de essentie is van politiek bedrijven.

Maar op een gegeven moment werd de mateloze arrogantie van de politiek, die meent zelf (bij meerderheid) te kunnen bepalen wat waar of niet waar is, mij teveel.

In tegenstelling tot wat velen denken, beschikken we nog steeds over een redelijk goed functionerende rechtsstaat. Daarin bepaalt een onafhankelijk rechter wat waar of niet waar is. En niet de toevallige meerderheid van een stelletje dorpspolitici.

Een overgrote meerderheid van de raad besloot dat zij documenten (die onderdeel zijn van een normale bedrijfsadministratie) niet hoefde in te zien, maar dat zij kon af gaan op de interpretatie van feiten en omstandigheden van een direct belanghebbende. In dit geval de wethouder.

Maar het werd nog erger. Een deel van de raad meende zelfs, dat ze een aannemer de betaling voor verrichte werkzaamheden (waarvan de noodzaak niet wordt betwist) kon onthouden op basis van een formeel standpunt.

Terwijl ik er hier al meermalen op heb gewezen dat er geen wettelijke grondslag is voor dat formele standpunt.

Het feit, dat men daarbij zijn toevlucht moet nemen tot huis, tuin en keuken voorbeelden zou reden voor reflectie moeten zijn, maar natuurlijk niet voor de indieners van het voorstel. Op basis van onvolledige en fragmentarische informatie stelt men voor om een aannemer het recht op betaling te ontzeggen.

Werk dat hij naar alle waarschijnlijkheid te goeder trouw heeft uitgevoerd, waar de gemeente gewoon toezicht op heeft gehouden en waarvan de noodzaak niet door de gemeente wordt betwist.

De gedachte dat de aannemer wel eens te goeder trouw zou kunnen hebben gehandeld komt niet eens op bij de juridische lichtgewichten van de Lijst Van der Pijll, D66 en PvdA. Gelukkig was een meerderheid voldoende bij zinnen om daar niet in mee te gaan.

Het bewijs van goede trouw ligt natuurlijk vervat in de bedrijfsadministratie die door gemeente en aannemer moet zijn gevoerd, maar waarvan het bestaan wordt ontkend door de wethouder.

De raad mag die ontkenning voor waar aannemen, maar ik doe dat niet en betwijfel of een rechter haar voor waar zal aannemen. Die beschikt namelijk over mogelijkheden waar ik niet over beschik. Die kan getuigen (onder ede) horen over die feiten en omstandigheden.

Samengevat, mijn belangstelling voor de praktische politiek is nooit bijzonder groot geweest. Ik heb me voornamelijk proberen te verdiepen in de theoretische politiek.

hofnarMet name de wijze waarop het college informatie verstrekt en de wijze waarop de raad met die informatie omgaat. Maar ook die belangstelling is tanende.

In het verleden heb ik het college, de raad en de ambtelijke organisatie omschreven als een hofhouding.

Een structuur die in de eerste plaats gericht is op uiterlijk vertoon en pas in de laatste plaats op geboekte resultaten. Omdat een meerderheid altijd wel bereid is om te verklaren dat die uitstekend zijn.

In die hofhouding heb ik de afgelopen 7 jaar de rol van zelfbenoemde Paljas vervuld. Mijn WOB verzoek en het REZ dossier wikkel ik nog even af en dan is het tijd voor geheel andere serieuze zaken. Zoals het dalende ledenbestand van mijn Jeu de Boules vereniging.

Auteur: Pim

Hoe lang blijft een democratie nog een democratie, als alleen het recht van de sterkste geldt?

5 gedachten over “De hofhouding en zijn paljas”

  1. Ik zou het heel jammer vinden als je stopte met schrijven. Je schudt met je stukken de ingeslapen zelfvoldane geesten in de lokale politiek met regelmaat weer goed wakker uit de arrogante coma, en dat is ook nodig. Daarnaast hebben je stukken ook invloed op hoe zaken gezien worden, ook door lokale bestuurders en raadsleden.
    Je hebt een goede analytische geest, pluist zaken tot en met uit en levert dan commentaar vanuit hoe je de zaken ziet. Dat is juist hartstikke okee!

    Like

    1. Hans, ik heb het schrijven over de lokale politiek altijd gezien als een vorm van hersengymnastiek. Enigszins te vergelijken met het oplossen van een cryptogram. In de loop der tijd is daar de gevaarlijke gedachte bij gekomen dat mijn schrijverij wellicht een gedragsverandering te weeg zou brengen bij hen die zeggen dat ze ons vertegenwoordigen.

      Maar dat is ijdele hoop gebleken. Men drinkt een glas, doet een plas en laat alles verder zoals het was.

      Like

  2. Van mij mag de aannemer naar de rechter komt de waarheid misschien alsnog boven water . Zou het jammer vinden als je stopt met je Prietpraat stukken .

    Like

    1. Ik heb nog honderd columns te gaan Rob, maar het heeft geen zin om de zoveelste column over meer transparantie te schrijven. Ze blijven toch doen waar ze zelf zin in hebben. Wat mij betreft is het verloren volk. Bang voor openheid, bang voor discussie, bang voor de waarheid,

      Ik verwacht overigens geen gang naar de rechter door de aannemer. Die is volgens mij allang betaald. Dat mag eigenlijk niet zolang de raad daar nog geen krediet voor heeft gegeven, maar wat zou het. De gemeente doet wel vaker dingen die niet mogen en gewoonlijk kijkt de raad (dat wil zeggen de meerderheid) dan de andere kant op.

      De gang naar de rechter wordt noodzakelijk als ik de indruk krijg dat niet voldaan is aan mijn WOB verzoek. Ik ben daarbij godzijdank niet afhankelijk van een meerderheid van de raad, maar mag dat helemaal zelf beslissen.

      Anders dan wat men ons wil doen geloven hoeven we geen genoegen te nemen met de halve waarheden waar politici genoegen mee plegen te nemen, maar kunnen we eisen dat een rechter de waarheid vaststelt. Dat is de schoonheid van ons politieke systeem dat gebaseerd is op een strikte scheiding der machten.

      Like

Reageer !

Vul je gegevens in of klik op een icoon om in te loggen.

WordPress.com logo

Je reageert onder je WordPress.com account. Log uit /  Bijwerken )

Facebook foto

Je reageert onder je Facebook account. Log uit /  Bijwerken )

Verbinden met %s

%d bloggers liken dit: